Vrouwen hebben grote pensioenachterstand
Vrouwen hebben een grote pensioenachterstand op mannen. Toch is de achterstand de afgelopen 10 jaar wel iets ingelopen.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben vrouwen nog altijd een flinke achterstand als het om pensioen gaat. Zo blijkt uit cijfers dat slechts 59 procent van de vrouwen boven de 65 jaar aanvullend pensioen ontvangt. Bij de mannen ligt dit percentage op 92 procent. Het verschil tussen mannen en vrouwen is de afgelopen 10 jaar wel kleiner geworden. Zo ontving in 2000 nog maar 50 procent van de vrouwelijke 65-plussers een aanvullend pensioen naast de AOW.
Wel of geen partner
Vooral onder de samenwoonde of gehuwde vrouwen is het aandeel van het aanvullende pensioen betrekkelijk klein. De afgelopen 10 jaar is het aandeel onder hen wel het hardst gegroeid van 21 naar 36 procent. Bij alleenstaande vrouwen is het verschil met de mannen veel kleiner. Dit komt omdat deze groep meestal zelf een pensioen heeft opgebouwd en daarnaast ook een nabestaandenpensioen krijgt.
De toename van het aandeel vrouwen met aanvullend pensioen komt doordat jongere generaties vaker zelf een aanvullend pensioen hebben opgebouwd. In 2010 had maar 27 procent van de 75- tot 80-jarige vrouwen met partner een aanvullend pensioen. Bij de vrouwen 65 tot 70 jaar was dit 45 procent.
Aanvullend pensioen veel lager
Vrouwen die in 2010 een aanvullend pensioen hadden, ontvingen gemiddeld veel minder geld dan mannen. Zo kregen vrouwen gemiddeld 8.000 euro bruto aan aanvullend pensioen, terwijl mannen het dubbele ontvingen.
Het verschil in het aanvullend pensioen tussen mannen en vrouwen is het grootst onder 65-plussers met een partner. In deze groep is de kloof de afgelopen 10 jaar bovendien toegenomen. In 2000 bedroeg het aanvullend pensioen van vrouwen met een partner nog 38 procent van dat van de mannen. In 2010 was dit nog maar 33 procent.